Had ik al gezegd dat er het afgelopen jaar veel gebeurd was? Nou, er is veel gebeurd. En één van die dingen is dat het V-woord is gevallen. Vagina? Vasculaire dementie? Vleeskleurige BH? Nee: Verhuizen. Verkassen. Weg uit Amsterdam. Als burgertrutten aftaaien naar een rijtjeswoning. Want wonen we misschien, heel misschien, wel ietsiepietsie te klein? Dat gevoel bekruipt ons al een tijdje.
Location-location
Ik zal een hint geven van onze woonsituatie. We wonen in centrum Amsterdam en we wonen echt, écht héél leuk. Zo zeg je op z’n Amsterdams dat je super-fucking-klein behuisd bent en muurvast zit, omdat je Funda hebt uitgespeeld en de Hypotheker je heeft uitgelachen toen je jaren geleden een keertje een afspraak maakte en vroeg of 80 vierkante meter met een tuintje binnen de ring misschien tot de mogelijkheden zou behoren, ooit? Ik zie hem nog zitten in zijn witte blousje. ‘Een tuin?!’ grinnikte hij, ‘nou, een héél kleintje misschien.’
Dus daar gingen we weer. Schamper lachend om ons gebrek aan realiteitszin. Ach, we hoefden ook niet te verhuizen, dus het was geen probleem.
Klein maar fijn
Tuurlijk. Het is klein, ons poppenhuis-appartementje. Maar pre-kinderen, met zijn tweeën, was het perfect. Klein genoeg om vanuit de douche te kunnen schreeuwen dat de ander godverdomme van de kraan af moest blijven. Groot genoeg om dingen te zeggen als ‘ik ga even in de woonkamer zitten’. Regelmatig zaten we voor het raam, keken naar het glinsterende zwarte water van de gracht in de ochtendzon en dweepten met onze veredelde schoenendoos: ‘wat boffen we toch met zo’n mooie plek, we gaan hier nóóit meer weg.’
Toen kwam Dochter 1. We gingen weer eens langs bij de Hypotheker, want ach, dat doe je dan. En we werden wederom uitgelachen (‘Een tuin? U bedoelt met gras enzo?’). Amsterdammers you feel me. Conclusie: Het ging ‘m niet worden, maar dat gaf niet. Want al voelt het anders tijdens de bevalling: Zo’n baby is niet zo groot. En die logge box is ook een handige plek om je was in op te vouwen of de boodschappen even te stallen. Woorden als ‘gezellig’ en ‘knus’ rolden over het tapijt als mensen op bezoek waren. We bleven gewoon. We konden toch niks anders betalen, en Amsterdam uit? Oh nee, niks daarvan.
Het past
Toen kwam Dochter 2 erbij en het professioneel Tetrissen begon. Schuiven tot het past: Game On. Uitdaging 1: slapen. Wie slaapt waar? Hoe prop je vier slaapplekken in een tweekamerappartement? Co-sleepen is een leuk concept, maar heb je weleens met een éénjarige in bed gelegen die je continu in je zij trapt en ’s nachts op je gezicht klautert, je voorhoofd afsabbelt, fluisterend ‘mamaaaa….’? Het is niet leuk! Nee hoor, eigen slaapkamers.
Dus. Dochter 1 ging naar de enige echte slaapkamer. Wij bouwden een bedstee in de woonkamer voor ons (‘past best!’), inmiddels ‘het hok’ gekroond. Dus dan heb je een indruk van de denderende romantiek die daar plaatsvindt. En de baby? Zouden we die laten slapen bij een anderhalfjarige die nét heeft geleerd door te tukken? Dacht het even niet. Dochter 2 ging naar de enige plek in huis die over was: de gangkast. ‘Ja hoor! Het gaat passen!’ gilde ik opgetogen toen ik had opgemeten dat het ledikant werkelijk exact in de ruimte gepropt kon worden. Met een beetje geweld.
De inhoud van de gangkast? Die ging in kratten en duwden we in de meterkast in de hal van onze portiekflat. ‘HET PAST!’ riep ik vanaf de hal.
‘Toppertje!’ riep mijn vriendin die druk met een boormachine in de weer was, kabels omleggend zodat de printer in een keukenkastje kon. Want de plek van de printer, daar moest een extra Tripp-Trapp stoel, want ja, extra kind.
Kwestie van doorbijten
Maar het ging goed, al was het wat onhandig. Als mijn vriendin ’s nachts naar het toilet ging hield ik mijn adem in voor die krakende plank in de gang. En bezoek in de avond werd verteld dat ze ‘SSSH!’ Moesten fluisteren in de gang!!! We werden meester in muisstil de vaatwasmachine uitruimen, als Ninja’s bewogen we ons door het huis. Dochter 1 leerde fluisteren voordat ze leerde praten. Gedoe! Jazeker. Maar op termijn zouden die twee meiden bij elkaar op de grote slaapkamer slapen, toch? Hadden we onze gangkast terug en konden we weer hardop praten in de keuken, oh de luxe! Kon onze stofzuiger weer uit de fietskelder en hoefden we voor een pak pasta niet naar de hal, wat een feest. Kwestie van doorbijten.
Verhuizen? Neen!
Maar dat liep toch een beetje anders… Lees hier deel 2!
Meer? Nog meer? Van dit? Abonneer je! En check over een paar weken wel even je spambox, want daar eindigt deze mail vaak. Zou het met de term ‘zaadvragers’ te maken hebben? Nee joh!