Mijn eerste woordje was ‘ijs’, uitgesproken als ‘aish’. Tenminste, zo staat het in de aantekeningen in het babyboek dat mijn moeder vlijtig vulde met foto’s en anekdotes (‘schreeuwen kan je wel’). Mijn oudste dochter is nu anderhalf en dat betekent dat het beest ontdekt dat die klanken die de mama’s steeds wanhopig uitstoten daadwerkelijk iets betekenen. Maar nog belangrijker: dat ze zelf kan gaan ‘praten’. Lees: eisen.
‘DIE!’ schreeuwde mijn dochter hysterisch op haar knietjes voor de boekenkast. ‘DIEDIEDIEDIE!’
We waren de fase voorbij waarin je glunderend tegen elkaar piept ‘Oh! Ze zegt ‘die’!’ Lichtjaren voorbij. Ander universum. Komen we ook niet meer in terug denk ik.
‘Wat wil ze NU weer?’ vroeg mijn vriendin.
Vandaag was het al de hele dag Die-Day. Dat wilde zeggen dat de mini die ochtend wakker was geworden met één doel, en dat was ons laten raden wat ze wilde hebben, het te krijgen, om het vervolgens weg te flikkeren en daarna het spelletje weer van voren af aan te beginnen. Je wilt niet weten hoe lang een kind dat kan volhouden. We kunnen het aan: we zijn emotioneel meer afgestompt dan een krijgsgevangene in Guantánamo.
Ik keek naar waar ze wees. De boekenkast. Vol met boeken.
‘DIE!’
Ik wees naar een woordenboek van 8 kilo. Ik had op ieder boek kunnen wijzen, maar dat had je vast al geraden. ‘Wil je die?’
Ze knikte heftig van ‘ja! Ja DIE bedoelde ik!’ en viel bijna om -dat krijg je als je heel heftig met je hoofd schudt terwijl je in verhouding een gigantisch hoofd hebt.
‘Krijg je niet.’
Ze staarde me aan. Ongeloof – en dacht ‘ze heeft me vast niet verstaan’- keek weer naar de boeken en sprak het magische woord.
‘DIEEE!’
‘Nee!’
Ze knikte, ‘jawel!’
‘Nee.’
Een moeder op de opvang zei die week nog ‘joh, misschien moet je zo’n kleintje uitleggen waaróm ze iets niet mag. Ze verstaat je misschien niet letterlijk, maar die kleintjes begrijpen alles wat je zegt op een hele andere manier.’ Dit ging interessant worden. Dit was dezelfde moeder die me eens had uitgelegd hoe ze van borstmelk op zondag heerlijke wentelteefjes maakte voor het hele gezin. I kid you not.
Dus ik onderdrukte de drang om met mijn ogen te rollen en zei ‘Mijn kindje heeft laatst een stuk duplo in haar strontluier gepropt en wilde het daarna in mijn mond stoppen.’
‘Dat is een extreem voorbeeld.’
‘Gisteren riep ze “diediedie” naar een vleesmes.’
‘Heb je uitgelegd waarom ze dat niet mocht?’
‘Of ik haar het concept van de dood heb uitgelegd?’
‘Ja?’
‘Nee.’
Ondertussen stond ik daar nog bij de boekenkast met de dreumes die de 86ste ‘nee’ had gekregen van die dag. Ze besloot het sportief op te vatten en de vinger wijzigde strategisch koers naar een andere boekenplank. Twee oprecht hoopvolle blauwe oogjes in haar bolletje. Want ze zijn me een partij optimistisch over hoe reëel hun verlangens zijn.
‘DIE!’
‘Nee.’
M’n vriendin kwam erbij staan. ‘Wat wil ze dan?’
‘Een boek.’
‘Krijgt ze niet.’
‘DIE!’
In koor: ‘Nee!’
De kleine scharrelde naar de zithoek, hees zichzelf op de bank en besloot dan maar de rits van het kussen te gaan likken. ‘Die-die-die’ pruttelde ze nog na.
Mijn vriendin en ik keken naar het tafereeltje.
‘Oh trouwens,’ zei ik, ‘volgens een moeder op de opvang moeten we haar het concept van de dood uitleggen zodat ze gaat begrijpen waarom ze dingen niet mag.’
‘Pardon, wie zei dat?’
‘Wentelteefje’
‘Mmmh. Oké.’
‘Gaan we niet doen he?’
‘Nee.’
Onze dochter keek vrolijk op.
‘Schat?’ vroeg ik, ‘denk je dat onze dochter denkt dat ze ‘Nee’ heet?’
‘Zou kunnen.’
Meer van dit? Abonneer je! En check over een paar weken wel even je spambox, want daar eindigt deze mail vaak. Wat een groot onrecht is, maar wat doe je er aan? Of duw even op die deel-knop. Exposure, exposure… Krijg ik schrijfklussen van en dat betaalt de rekeningen. En dan hoef ik me ook niet te laten sponsoren door Pampers of Nutrilon (en dan ga je naar de hel, zoals jullie weten)