Ze staat, pak de camera

Blogs

‘Kijk!!!’ gilde mijn vriendin op een dinsdagmiddag, een maandje geleden, ‘ZE STAAT!’ En ja hoor, daar stond onze jongste van 7,5 maand*. Op de bank, tegen de rugleuning aan geleund weliswaar, haar voetjes naar kanten gedraaid waarvan ik niet wist dat het fysiek mogelijk was, maar… ze stond. Met zo’n bek van ‘ja, dus?’ ‘Ssst!’ fluisterde mijn vriendin, ‘ik ga dit vastleggen…’ Ze sloop inmiddels met de camera in de hand richting het tafereeltje, alsof ze op safari was en een leeuw had gespot die een flamingo probeerde dood te slaan met een steelpan. Ja, dit moest worden vastgelegd.

Kan het wat langzamer?

Het leuke aan leren staan is dat je eerst heel blij bent (want je kind blijkt wederom niet achterlijk) en daarna begint de realisatie in te dalen dat er zich geen wonder heeft voltrokken, maar een ramp. Die leuke, vlotte, oh-wat-is-ze-snel-kleine-meid kan namelijk opeens overal bij. Oftewel ‘KIJK UIT JE LAPTOP!’ en ‘NEE! AF!’ echoot weer als vanouds door het huis.
Je zou denken dat we hier op voorbereid waren, maar Dochter 1 had motorisch een wat ander verloop dan deze. Zij gaf ons rustig de tijd om het interieur aan te passen aan haar grijpgrage handen. Ik noem haar liever niet lui, traag en langzaam, maar ze was best lui, redelijk traag en ook best langzaam want dat is ongeveer hetzelfde. Ze leerde met veel oefening zitten, dacht ‘mooi, dit ga ik de rest van mijn leven doen.’ Staan vond ze een immens gedoe en nog gevaarlijk ook. Tegen de tijd dat ze één handje durfde los te laten om iets te pakken was het huis al compleet babyproof gemaakt.

Tanden in de bank

Dan de jongste spruit. Zij ging van rollen naar ‘oh trouwens, ik kan ook zitten, heb je de memo niet gehad?’, naar tijgeren en hop, daar stond ze. Kruipen als tussenfase? Nee joh, dat vond ze voor baby’s. Ja, consultatiebureau en oei-ik-groei met je tabelletjes: zo gaat dat soms.
Maar oh wat was ik trots. Ik appte een vriendin ‘kijk!’ Mijn buurvrouw: ‘dit dan!’ Ik appte mijn moeder ‘ze staat!’
‘Nou, dan zal ik de koffietafel maar weer leeghalen’, appte mijn moeder terug.
Ja, mevrouw had de smaak te pakken. Ze beet zich vast in de leuning van de stoel (letterlijk) en hees zich met behulp van haar tandeloze kaakjes op. Mijn andere dochter had al lang in de gaten dat dit ab-so-luut geen verbetering was. ‘NAAAAI’ (=nee) gilde ze kwaad toen haar zus opeens bij haar mini-keyboard met walgelijk irritante liedjes bleek te kunnen, dat altijd zo veilig lag op de bank. ‘MAAAAAA-WEG!’ als haar zus zich omhoog hees aan haar loopfietsje.

Baby op ramkoers

En zo ging het verder: Dochter 2 hing binnen een week aan mijn broekspijp. Aan het traphekje. In mijn rugzak, aan de stoelpoot, tegen de box.
En steeds vaker gilde Dochter 1 ‘NAAAAI!!!’ en ‘MAMAAAA! AAAAAH’ (wat bekent: dat kutwijf zit met haar vingers aan mijn spullen, doe er wat aan anders vermoord ik haar).
‘Kijk ze staat!’ werd ‘godver, daar gaat ze weer’.
Onverstoorbaar als een kleine terminator ging ze door de ruimte heen. Ze klom uit haar stoel (kan dat? ja) en we zagen net op tijd dat ze horizontaal op de eettafel lag (kan dat ook? ja) één hand op de laptop, de ander ín een glas melk (ja). Ze klom zo de Duplo-bak in, kopje voorover. Zus weer hysterisch (‘BAKA DU-PO! BAKAAAA!!!!’).

Een paar weken later kwam een vriendin langs. Ze zag Dochter 2 tegen de piano omhoog gaan. ‘Wow,’ zei ze, ‘staat ze al?’
‘Ja, jammer genoeg wel’, mompelde mijn vriendin.
Even later zat ze met de kleinste op schoot, die vrolijk in haar handen hapte (dat is normaal, dat doen baby’s). ‘Hee’, zei ze enthousiast, ‘volgens mij voel ik een tandje doorkomen!’

‘Whooptie-dooptie’ mompelde ik. ‘NAAAAAAI!’ klonk het uit de speelhoek.

 

 

 

* voor de niet-kinderhebbers, mensen die dit al lang weer zijn vergeten: dit is best wel vroeg. De correcte reactie is dan ook ‘oh wow! Jeetje, dat is vlot, wat knáp zeg!’

 

Meer van dit? Abonneer je! En check over een paar weken wel even je spambox, want daar eindigt deze mail vaak. Zou het met de term ‘zaadvragers’ te maken hebben? Nee joh!

 

Wat doe ik hier?

Wat doe jij hier? Wat doe ik hier!
Bloggen, over zwangerschap en baby’s. Oh, en ik ben lesbisch dus als je denkt ‘waar is de vent in al dit geschrijf en wie is die vriendin die maar niet naar huis lijkt te gaan?’ Zo zit dat.   Zaadvragers begon als een blog over de zwangerschap van mijn vriendin. Ik door de stad met vers getapt sperma van onze spermadonor. En toen kwam onze eerste dochter. Toen moest ik, jawel (bevallen, doe het niet). En nu hebben we twee meiden. Dus genoeg te schrijven, en dus te lezen voor jou. xx!